top of page
  • Foto van schrijverSaskia Habraken

Het oude testament

Bijgewerkt op: 4 jul.

Zonder me iets aan te trekken van een bepaalde vorm of genre, schreef ik vroeger alles op wat ik bedacht. Oude schriften en notitieboeken staan vol met korte verhalen, (reis)dagboeken, columns, toneelstukken en gedichten. Wat dacht je van: Ouder worden gaat vanzelf, ik word al bijna elf. En: Ouder worden doen we allemaal, de een wordt grijs de ander kaal. Opvallend is dat de met vulpen of potlood geschreven verhalen nooit langer zijn dan een paar pagina’s, voor meer tekst was ik te ongedurig. Continu borrelde er nieuwe ideeën op die ik zo snel mogelijk kwijt wilde. Vanwege die ideeënonrust deed ik ook niet aan nalezen of verbeteren van teksten.


Het is verbazend om te zien hoe weinig ik ben veranderd sinds die eerste schrijfsels. De titels van mijn verhalen verraden dat mijn voorliefde voor (true)crime er altijd al was: De Dievenbende, De Moordenaar, Het geheim van de oude molen, Drie boeven op het spoor en De Galg. De onderwerpkeuze van mijn oude werkstukken: Heksen, Romeinen, Koning Arthur, Anne Frank en Het Muiderslot, lijkt te verraden dat ik ooit geschiedenis zou studeren.



Het is net zo verbazend dat ik deze spullen nog heb. Rücksichtslos opruimen past namelijk wel bij mij. De meeste dagboeken heb ik lang geleden vernietigd en de multomappen waarin ik mijn verhalen bewaarde, zijn weg. Net als mijn eerstejaars columns voor het blad van de UHSK. Ik schrijf niet om het ooit vol weemoed of schaterlachend terug te kunnen lezen. De schrijfsels vangen niet voor niets, in een overigens vrij lelijke doos van kruk, al jaren stof. Schrijven en lezen zijn voor mij twee totaal verschillende activiteiten. Er is het verschil tussen produceren en consumeren, tussen actief iets doen of passief. Het belangrijkste verschil is dat ik met schijven iets los laat: een idee, emotie of gedachte. En dat ik dit via de omweg van een andere schrijver, weer terug krijg. Wat levert lezen wat ik zelf schreef dan op?


Ergens rond mijn twintigste stopte mijn productie vrij abrupt. Tijdens mijn studie, eerst journalistiek en daarna geschiedenis, verloor ik het plezier in schrijven. Misschien wel omdat de vrijheid verdween om helemaal zelf te kiezen. En eenmaal begonnen aan een echte baan verloor ik het geloof dat schrijven, zelfs al hobby, zin had. Misschien was ik er wel een soort van bedreven in, maar toch niet goed genoeg om het écht te kunnen. En wat héb ik er dan aan? Op dat deprimerende inzicht ben ik gelukkig teruggekomen. Nut zit ook in plezier.

25 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page