Woorden zijn maar gewoon woorden, ze krijgen pas betekenis door de plek in een zin. Klinkt logisch, toch? Maar ik heb zo mijn voorkeuren, in een kist vol gereedschap pak ik vaak dezelfde hamers en beitels, omdat die het fijnste vasthouden. Mooie woorden, lelijke woorden, stopwoorden en spreekwoorden, heerlijk om over na te denken en als legoblokjes mee te spelen.
Bij een mooi woord vind ik de betekenis, lettercombinatie of klank intrinsiek mooi. Goesting bijvoorbeeld, dat klinkt toch als een liefdevolle omhelzing? Nochtans en althans, in mijn hoofd een olijke Ot en Sien tweeling. Getroebleerd en coterie, ongetwijfeld het gevolg van mijn jeugdige liefde voor Louis Couperus. Maar ook: melancholie, teisteren, treurwilg, opsmuk, drasland, mangrove, ratelen, consternatie en wellicht. Wie gebruikt er nou misschien als je ook voor wellicht kunt gaan?
Een mooi woord is niet per se hetzelfde als een stopwoord. Die heb ik trouwens ook een. Trouwens is multifunctioneel en past in elke zin. Om de aandacht te trekken: ‘Trouwens, wist jij al dat….’ Of om achteloos iets te vertellen: ‘Ik heb trouwens dit nog even gedaan.’ Waarschijnlijk omdat het woord niet echt een betekenis heeft. Mijn personages hebben er trouwens ook een handje van om te trouwens-en. Ctr+F is hier mijn grote vriend, want het moet er natuurlijk weer uit.
Er zijn ook stomme woorden. Nogal, kortom, langdradig, bonken, plompverloren, borstelhaar. Iets in de klank doet me huiveren, als een piepend krijtje op een schoolbord. Borstelhaar, ik ruik gewoon een smerig toilet. Deze minkukels vermijd ik zoveel mogelijk. Mijn personages hebben krullen of lang haar, en kort haar zijn stekeltjes.
Spreekwoorden gebruik ik zo min mogelijk. Het is te gemakkelijk en ik beleef te veel plezier aan het bedenken van vergelijkingen en metaforen. Als ik het toch doe, dan het liefst iets uit deze categorie: Stroop smeren in plaats van azijn, genade voor recht laten gelden, als Gods woord in een ouderling, uit het jaar stillekes.
De grootste bulk woorden is uitermate gewoontjes, bruikbare maar vrij saaie zinvulling. Ik krijg er zo weinig energie van dat ik ze hier niet eens opnoem. Met woordgrappen doe je me ook geen plezier. Ik lach er hoogst zelden om en dan nog is het meestal een meewarige, scheve beleefdheidsglimlach.
Comments